Niemand hier

dialogen

Tony Parsons

ISBN: 978-90-77228-11-1
NUR: 728
Prijs: € 22,99
Uitvoering: paperback
Formaat: 125 x 200 mm
Omvang: 200 pagina’s
Oorspronkelijke titel: All There Is Is This
Vertaling: Belle Bruins
 

Gesprekken beginnen met het uitwisselen van concepten. Dat maakt het volgens Tony Parsons mogelijk verwarrende ideeën over onze ware natuur te vervangen door een helderheid die zowel eigenzinnig als geheimzinnig is.
Op een ander niveau is hetgeen we in stilte met elkaar delen al bekend. Wijsheid spreekt tot wijsheid, niets spreekt tot niets en we herkennen dat we elkaar ontmoeten en geraakt worden door dat wat we al zijn en waarvan we vaak vermoeden dat we het zijn verloren.

Het idee dat we iets zijn verloren, is gegrond in ons geloof in een afzonderlijke identiteit, schrijft Tony Parsons in Niemand hier. Wanneer dit wegvalt, is ‘het stralende wonder van tegenwoordigheid helder voor niet-iemand’. Dan is duidelijk dat er nooit ‘iemand’ is geweest die bevrijding nodig had.

Dit thema keert voortdurend terug in de dialogen waaruit het boek is opgebouwd. Tony Parsons getuigt in de gesprekken in dit boek van een scherp onderscheidingsvermogen. Hij benoemt onze identificatieprocessen, ideaalbeelden en zogenaamde vooruitgang op het spirituele pad, en laat ons zien dat dit slechts luchtkastelen zijn die het zicht op de werkelijkheid belemmeren. Soms doet hij dit met humor, soms met geduld en liefdevol, maar altijd zonder compromissen.

‘Een ontmoeting met Tony Parsons werkt soms als een bulldozer. Voor we het beseffen worden al onze geloofsvormen volledig weggevaagd. Wanneer we ons dan afvragen wat er nog overblijft, zegt Tony eenvoudig: “Al wat er is, is dit”. “Dit” betekent dan niet iets spiritueels of heiligs, maar gewoon: dat wat er verschijnt en wat er is. Verder hoeven we niet te zoeken want “dit” is de enige werkelijkheid.’
Jan Kersschot

Uit het boek:
Wanneer we nog heel jong zijn, is er gewoon ‘zijn’, zonder kennis van dat ‘zijn’; er is gewoon ‘zijn’. En dan komt er iemand langs die zegt: ‘Jij bent Jantje’, of ‘Jij bent Marietje – jij bent een persoon’. En op de een of andere manier neemt het denken – de ik-gedachte, de identiteit, het idee ‘ik ben een persoon’ – het ‘zijn’ over en identificeert het als Jan of Marietje, of zoiets. Het neemt ‘zijn’ over en geeft het een naam. Woorden beginnen, het benoemen der dingen begint. En het hele idee van ‘ik’ wordt de belangrijkste drijfveer van ons bestaan.

In de wereld waarin wij leven gaat alles over ‘mij’ – het gaat allemaal over ‘de persoon’; is hij of zij geslaagd of mislukt? We groeien op met geloven in en versterken van het idee dat er iemand is die een x aantal jaren leeft. We zijn op reis, we noemen die reis ‘mijn leven’ en wat we moeten doen – zo wordt ons aangepraat, is zorgen dat we een geslaagd leven leiden. Je hele investering is gericht op ‘ik ben een persoon en ik moet ervoor zorgen dat mijn leven goed verloopt.’
En zo word je geprogrammeerd met regeltjes. De eerste regel op de lijst betreft ‘een goed kind zijn’; daarop volgt ‘een goede leerling zijn’(…) En dan is er een lijst met vereisten op het gebied van werk; je moet ‘een goede werker’ zijn, meestal gevolgd door ‘een goede echtgenoot, vrouw of partner’. Sommige mensen wenden zich tot een geloof om erachter te komen wat er in hun leven ontbreekt, en opnieuw worden ze geconfronteerd met een lijst vereisten waaraan ze moeten voldoen voordat ze waardevol of acceptabel zijn (…)

We spelen het spel omdat we werkelijk denken dat we individuen zijn. Je beweert: ‘Ik ben een persoon’. Je pretendeert die persoon te zijn en je neemt dat zo serieus dat je vergeet dat je maar doet alsof – alles staat in dienst van die bewering. Heel veel mensen leven hun hele leven zo, en dat is goed, dat is goddelijk, dat is het goddelijke spel (…)

Maar om de een of andere reden lijkt het wel of de punten op de lijst – godsdienst, therapie, wat dan ook – geen oplossing bieden. Dan horen mensen over iets wat verlichting genoemd wordt en hebben ze het gevoel het laatste stukje van de puzzel in handen te hebben. En dus gaan ze op weg, vinden iemand die zich voordoet als goeroe en doen zij alsof ze discipelen zijn. En zo bouwen ze over en weer elkaars identiteit op. De meester die jou zal leren hoe je verlicht moet worden, wordt steeds belangrijker en jij voelt je in toenemende mate belangrijk worden omdat jouw meester telkens belangrijker wordt.
Natuurlijk is ook dat weer een prachtig spel van ‘doen alsof’. En natuurlijk hoort er een lijst bij dat scenario – meditatie, heel eerlijk zijn of verlichting zo serieus nemen dat je in een afgrond zou kunnen springen (…) Een van de punten op de lijst is ‘hier-nu-zijn’ – hier-nu-zijn en niet denken. Je kunt er boeken over lezen en de jongens die je dat vertellen bezoeken (…) En je kunt echt een uurtje of drie, vier, hier-nu-zijn en wie weet twintig seconden lang niet denken!