Nou én?

Het unieke onderricht van Ramesh S. Balsekar

Ramesh S. Balsekar

ISBN: 978-94-91411-14-4
NUR: 728
Prijs: € 27,99
Uitvoering: hardcover
Formaat: 125 x 200 mm
Omvang: 304 pagina’s
Oorspronkelijke titel: Who cares?
Vertaling: Han van den Boogaard
 

Waarom is het onderricht van Ramesh S. Balsekar zo uniek? Bijvoorbeeld omdat hij in “Nou en?”tegen de zoeker zegt: ‘Vergeet het onderricht. Laat het zijn eigen werk doen.’ Want: ‘Bij elke poging om het te onthouden is het ego aanwezig. Het ego is alleen maar afwezig als het inzicht het herinneren met zich meebrengt.’ Maar, voegt hij er direct aan toe: ‘Accepteer het ego! Weerstand tegen het ego geeft er alleen maar voeding aan.’

Het onderricht van Ramesh begint bij bhakti of toewijding – ‘Uw wil geschiede’ – en eindigt bij jnana of uiteindelijk inzicht, het besef dat ‘ik’ niets ben en dat

bewustzijn alles is wat er is. Ramesh: ‘Dus “wie” kan dan “wat” weten of zoeken? Alles wat er is, is het onpersoonlijk functioneren van Bewustzijn, of God, dat binnen zichzelf het geheel van de manifestatie weerspiegelt. Leef het leven, neem besluiten en accepteer de consequenties ervan alsof je beschikt over een vrije wil, terwijl je tegelijkertijd weet dat het Bewustzijn is dat zoekt, doet, leeft, besluit…’

Maar ook de zogenaamde weg van toewijding naar uiteindelijk inzicht is slechts een concept. Ten diepste is er is geen ego dat besluit tot een spirituele zoektocht. Als dat het geval zou zijn, zou er namelijk sprake zijn van twee, Bewustzijn en ego. Ramesh: ‘“Jij” hebt het ego niet gecreëerd. De Bron heeft het ego gecreëerd en de Bron is in sommige gevallen ook bezig het ego te vernietigen. Daarom zit je in de muil van de tijger (…) Er valt niet aan te ontsnappen als je vecht met het ego. Dat is mijn punt. Als je het ego blijft bestrijden, zal de tijger zijn muil oneindig lang openhouden. Als je het ego accepteert, zal de tijger zijn kaken snel dichtklappen.’

Op een directe, liefdevolle manier toont Balsekar dat onze inspanning juist ons struikelblok is en dat we inzicht, op welk niveau dan ook, gewoon zijn werk kunnen laten doen.

‘De dialogen van Ramesh lijken in eerste instantie misschien tegenstrijdig, maar zijn dit niet. Zij directe aanpak kan om te beginnen wat verontrustend zijn, maar op een gegeven moment wordt duidelijk waarom hij hiervoor kiest. Een boek voor mensen die denken “het” te weten.’

‘Tegen de waarheid valt niets in te brengen, dit boek koerst recht op de waarheid af.’
Lezersreacties op amazon.com

Uit het boek:

Ramesh: Heb ik een basisleer? Ja. Mijn basisleer is dat Bewustzijn alles is wat er is – er is niet ‘iemand’ die iets doet. Er gebeurt niets tenzij het de wil van God is. En als ik ‘God’ zeg, bedoel ik daar niet een almachtige entiteit binnen of buiten de manifestatie mee. Met ‘God’ bedoel ik de Bron, Bewustzijn – het Ene zonder tweede – waarbinnen het functioneren van de manifestatie plaatsvindt.

Boeddha heeft gezegd: ‘Gebeurtenissen vinden plaats. Dingen worden gedaan. Er is geen individu die ze doet.’ Dat is de basisleer. Niemand had het korter of eenvoudiger kunnen zeggen. Gebeurtenissen vinden plaats. Dingen worden gedaan. Er is geen individu die ze doet. Als er geen individu is, is het niet relevant ‘wie’ het doet. Maar als het intellect de vraag stelt en een antwoord eist, dan wordt er tegen het intellect gezegd: ‘Wiens handeling? Gods handeling.’ (…)

 

Ramesh: De weerstand is het ego, en het ego, ik maak geen grapje, geeft het niet snel op.

Robert: Maar het verlangen naar de vernietiging van het ego houdt het ego nou juist in leven.

Ramesh: Kijk, dat is nu de grap. Dat is de goddelijke grap. Het ego is goddelijke hypnose. Waar komt het ego vandaan? Dat is de vraag, toch? Iedereen zegt dat het ego het probleem is. Het enige wat je hoeft te doen is ‘je’ ego opgeven. Maar niemand vertelt je hoe je ‘je’ ego moet opgeven. ‘Jij’ bent het ego! Het ‘ik’ is het ego, en het ego gaat geen zelfmoord plegen. Het ego kan alleen maar afkomstig zijn uit dezelfde Bron waaruit alles afkomstig is. De fysieke manifestatie is afkomstig uit de Bron. Het denkbeeldige ‘ik’ is afkomstig uit de Bron.

Waarom heeft de Bron het denkbeeldige ‘ik’ gecreëerd? Omdat intermenselijke relaties zonder ‘ik’ niet mogelijk zijn. En zonder intermenselijke relaties is het leven zoals we dat kennen niet mogelijk. Om het leven zoals we dat kennen mogelijk te maken – Gods lila, of spel, mogelijk te maken – moeten er intermenselijke relaties plaatsvinden. En daarvoor is het ego nodig. Ego betekent gewoon de creatie, door middel van goddelijke hypnose, van het gevoel dat ‘ik’ een doener ben en een afzonderlijk wezen dat controle heeft over dit lichaam. Maar alles wat in werkelijkheid bestaat is het lichaam-geest-organisme en de energie die daar doorheen stroomt.

Dat is de basis, net als bij een elektrisch apparaat en de stroom die daar doorheen gaat. Maar als het elektrische apparaat gehypnotiseerd zou zijn, zou het denken in termen van ‘ik’ die de boterham roostert, ‘ik’ die iets mengt, ‘ik’ die licht geeft. In feite is er alleen maar de elektriciteit en het apparaat. Hier gaat het om hetzelfde – de Bron, God of Energie, en het lichaam-geest- organisme dat de Energie, of God, laat functioneren. God heeft het ego dus gecreëerd, en het is ook God die in sommige gevallen het geleidelijke proces van de vernietiging van het ego in gang zet.