Verlichting in een lege verpakking

Paul van der Sterren

ISBN: 978-90-77228-97-5
NUR: 728
Prijs: € 24,99
Uitvoering: gebonden
Formaat: 135 x 175 mm
Omvang: 144 pagina’s
 

Het begrip verlichting hangt als een dreigende donderwolk boven een groot deel van wat je ‘de spirituele literatuur’ zou kunnen noemen. Er wordt mee geschermd en er wordt over gesproken alsof het iets is waar je het fijne van zou willen of zelfs behoren te weten.

Maar valt er eigenlijk wel iets over te weten of over te zeggen? Is het niet eerder zo dat iedere poging om dit ongrijpbare begrip een gezicht te geven juist het tegenovergestelde bereikt?

Verlichting is niet te bevatten en niet te beschrijven. En toch is het overal en altijd alles wat er is. Je kunt het niet overzien, maar je overziet het voortdurend.

En dat is goed zo. Het is het spel dat zichzelf speelt en doet alsof er iemand is die iets te weten moet komen om te worden wat hij al is. Het is een mysterie, maar een mysterie dat zichzelf op geen enkele manier verborgen houdt. Nergens en voor niemand. Dus ook niet in dit boek.

‘De stijl van het boek is aangenaam eenvoudig, helder, “tongue in cheek”. Het boek bevat geen woord te veel (…) maar biedt de lezer desondanks alle ruimte om de duizelingwekkende diepte van de “isheid der dingen” tot zich door te laten dringen. Een prachtig boekje met oneliners die de ernst van het verhaal voortdurend ondermijnen (…)’
Han van den Boogaard in tijdschrift Inzicht

Uit het boek:

 

Liefde

Net als ‘God’, is ‘liefde’ een woord dat bij iedereen onmiddellijk sterke associaties en vooral emoties oproept en dat daarom moeilijk in een radicaal ander licht te plaatsen valt. Nu is het ook volstrekt niet nodig om dat te doen, maar ik wil hier toch nog eens benadrukken dat liefde – in de zin waarover in dit boek geschreven wordt – alles is. Liefde is alles, alles is liefde. Alles wat verschijnt is een verschijningsvorm van dit, en dit is liefde.

Maar ook hier is het ‘probleem’ dat dit niet gezien wordt als er een ik is. Als ‘ik’ om me heen kijk en ‘de wereld’ gadesla zie ik heel wat anders. Ik zal altijd de helft van wat ik zie afkeuren, willen verbeteren of uitmoorden en de andere helft mooi, goed en begeerlijk vinden. Dit wel, dat niet. Dat is geen tekortkoming van het ik. Het is het ik. Ik verdeel en heers, en de wereld is mijn werkterrein.

En als er géén ik is, is het zo klaar als een klontje. Alles wat opkomt is dit en dit kent geen voorkeur of afkeer. Maar in dit kan wel voorkeur of afkeer opkomen en als dat gebeurt dan gebeurt dat. Dan is dit voorkeur of afkeer. Liefde speelt dat het een voorkeur voor dit en een afkeer van dat heeft. En is daarbij onveranderlijk en rotsvast: alles wordt door liefde omarmd. Maar niet door een ik. En ook dat niet omarmen van alles door een ik is dit. Ook het niet omarmen wordt door liefde omarmd. Dit heeft geen voorkeur, maar voorkeur is iets wat ‘er kan zijn’. Het is een mysterie, het is alomvattende, onvoorwaardelijke liefde en het is niets.

In het boeddhisme (en niet alleen daar) is liefde, een liefdevolle houding, iets dat ontwikkeld moet worden. In de meditatie, maar ook in de devotie, train je jezelf om niet-liefdevolle gevoelens te vervangen door wel-liefdevolle. Om een beter mens te worden en om daarmee ook de wereld om je heen te verbeteren. ‘Je’ zet een leuker tv- programma op.

Dat is natuurlijk prachtig en het wérkt misschien ook wel, maar wat hierbij altijd weer opnieuw over het hoofd wordt gezien is dat er geen ik bestaat die al of niet verbeterd zou kunnen of moeten worden. Schijnbare verbeteringen kunnen wel plaatsvinden, maar niet door ‘mijn’ ingrijpen, want ‘ik’ besta niet. Er kunnen parameters in het organisme anders worden afgesteld, het individu kan meer van zichzelf (en van de wereld) gaan houden, maar die parameters en dat individu bestaan niet. Ze lijken te bestaan, ze bestaan als verschijningsvormen van dit. Ze zijn dit. En dus zijn ze niets.