Alles en Niets

Dialogen uit bijeenkomsten in Europa
2006/2007

Tony Parsons

ISBN: 978-90-77228-73-9
NUR: 728
Prijs: € 21,90
Uitvoering: paperback
Formaat: 125 x 200 mm
Omvang: 192 pagina’s
Oorspronkelijke titel: Nothing being Everything
Vertaling: Han van den Boogaard
 

Door de geschiedenis heen hebben mensen altijd gezocht naar de Waarheid, God, het Absolute of de Bron. Zo nu en dan staat er iemand op met een revolutionaire, radicale visie op de Waarheid die onze kijk op het leven totaal verandert. Tony Parsons is zo iemand. Zijn boodschap is helder en eenvoudig: 

Er is geen ‘jij’ of ‘ik’, er is geen zoeker, geen verlichting en geen leraar. Er bestaat geen ‘beter’ of ‘slechter’, er is geen pad en er valt niets te bereiken. Alles wat verschijnt is bron. Alles wat zich schijnbaar manifesteert – de wereld, jouw
levensverhaal, de droom van afgescheidenheid, de zoektocht naar huis – is het ene verschijnend als twee, niets verschijnend als alles, en het absolute verschijnend als het specifieke.

Alles en Niets is het vijfde boek van Tony Parsons.

‘Realisatie is beseffen dat er niets valt te doen, geen plek is om naartoe te gaan en niemand om te worden. Alles is er al. Dit is geen recept voor luiheid (…) Het gaat alleen maar over wakker worden.’

 

‘Overtuigingen en dogma’s worden [door Tony] afgebroken. Als ze verdwenen zijn, kan spontaan zien ontstaan.’

Lezersreacties op amazon.co.uk

Uit het boek:

Je kunt niet verwijderd raken van datgene waarnaar je op zoek bent, want je kunt niet ontsnappen aan alles. Dit is alles wat er is, dus hoe kan iemand dat kwijtraken? Hoe moet iemand het pure zijn bereiken als dit alles is?
Wat lijkt er te gebeuren? Wat er gebeurt is dat je op een stoel zit en ademt, dit ziet, een stem hoort, dat is wat er gebeurt. Dat is dit. Dit is alles wat er is. En als je opstaat en deze ruimte uitloopt, zal dat dit zijn. En als je niet echt hoort wat er gezegd wordt, zal dat dit zijn. En als er wel echt gehoord wordt wat er gezegd wordt, zal dat dit zijn. En als je vanavond naar huis gaat om te eten, zal dat dit zijn. Je kunt niet aan dit ontsnappen. Er is alleen zijn.
Dit is zijn, een ruimte zijn, lichamen op stoelen zijn, Tony Parsons zijn die met zijn armen zwaait. Dat is alles wat er is. Dit is een buitengewone en revolutionaire boodschap. Sommige mensen zeggen: ‘Nou ja, jij zegt wat heel veel anderen ook zeggen’.
Absoluut niet.
Als dit echt gehoord wordt, als het fundamentele geheim ergens gehoord wordt, zul ‘jij’ het nooit horen, maar als het gehoord wordt zal gezien worden dat dit een buitengewone en revolutionaire boodschap is. Het gaat over de herontdekking dat afscheiding helemaal niet bestaat. Er bestaat geen afzonderlijk persoon. Er bestaat geen ander. Er is niets om afgescheiden van te zijn. Er is niemand die afgescheiden kan zijn. Dit is alles in zijn totaliteit. Wat gezocht wordt is nooit kwijtgeraakt.
Maar in het alles komt het idee van afgescheidenheid op – ‘O, ik ben een persoon. Ik ben zonder meer een afzonderlijk persoon. Ik ben een individu en mijn moeder en vader en priesters en de leraren en de bazen en de vrouwen en de echtgenoten vertellen me allemaal dat ik een afzonderlijk persoon ben die onder alle omstandigheden een keus kan maken.’ En dan begint er een zoeken dat onder alle omstandigheden doorgaat. De dromer is in het leven geroepen.
De dromer is het schijnbare afzonderlijke individu. ‘Ik ben een persoon.’ Dat is de dromer. En die dromer kan alleen maar functioneren in die droom van afgescheiden zijn. En hij groeit op in een wereld vol dromers die allemaal zeggen: ‘Dit is jouw leven, dit is je eigen leven en je kunt kiezen om het beter of slechter te maken. Je beschikt echt over de vrije wil om iets beters of iets slechters te kiezen.’
En ergens is dat voor heel veel mensen – steeds meer mensen vandaag de dag – niet het antwoord. Ergens weet men dat men zich ongemakkelijk voelt onder dat gevoel van afgescheiden zijn. Er is iets verloren gegaan. Er is iets niet heel meer.
En je kunt je toevlucht zoeken tot religie, tot therapie, je kunt overal je toevlucht toe zoeken en dat gevoel van verlies proberen op te vullen. Je kunt naar een verlichtingsleraar gaan om te proberen dat gevoel van verlies op te vullen. Maar die mensen zeggen de hele tijd tegen je: ‘Ja, je bent een afzonderlijk individu’… je blijft opgesloten in de gevangenis – in de gevangenis van de dromer… de gevangenis van de dromer die droomt dat hij een afzonderlijk persoon is die iets moet vinden… Er is niets te vinden. Dit is het. Er is alleen dit. En met ‘dit’ bedoel ik dat wat er lijkt te gebeuren, zijnheid.
Je komt hier binnen als een schijnbaar afzonderlijk individu, laten we even aannemen dat dat het geval is, en je zit daar naar iets te zoeken. Maar dit is het al. Wat er ook maar lijkt te gebeuren is dit. Er is alleen maar dit. En wat er ook maar gebeurt, gebeurt niet met iemand in deze ruimte. Er is niemand in deze ruimte waarmee iets gebeurt. Er is alleen gebeuren. Dit is ruimte. Dit is leegte. Dit is niets. Wat hier zit is niets en wat er opkomt in dat niets is het gevoel van een lichaam, geluiden die gehoord worden, gevoelens die gevoeld worden, denken. Denken gebeurt ook met niemand. Niemand heeft ooit iets gedacht, want er is niemand. Denken gebeurt dus, voelen gebeurt, luisteren naar deze stem gebeurt.
Alles wat er is, is het leven dat plaatsvindt. Alles wat er is, is in leven zijn. In leven zijn is zijnheid. Er is niets anders dan dat. Plotseling kan gezien worden dat alles wat daar zit in leven zijn is. Niemand kan je leren om in leven te zijn. Wie zou er zo arrogant zijn om je te willen leren zijn als er alleen maar zijn is? Wie zou er zo arrogant zijn om te zeggen dat je moet veranderen? Er is alleen maar alles en niets. Dit kan niet begrepen worden. Dit gaat verder dan het hart en de geest van de mens.
En we kunnen samen praten en woorden gebruiken, maar die woorden verwijzen slechts – en zullen dat blijven doen – naar iets dat aan hen voorbij gaat. Het is mogelijk dat de woorden de illusie in de geest vernietigen dat er sprake is van afscheiding, want de geest is de verhalenverteller. Wat hier uit elkaar kan vallen is het idee dat er zoiets als een afzonderlijk individu kan bestaan. En wat er natuurlijk ook uit elkaar valt is het idee dat er iets is dat gedaan moet worden, dat er iemand is die ooit iets gedaan heeft.
Er valt dus niets te bereiken, niets te begrijpen, en wat zijn is, is dit. Gewoon dit in leven zijn dat verschijnt aan niemand.