Het is onmogelijk niet terstond als een blok te vallen voor het boek Anders Zien van Jotika Hermsen (1932). Liefde op het eerste gezicht. Al was het alleen maar omdat het zo ongeveer begint (pag. 21) en eindigt (pag. 201) met de constatering dat het koninkrijk Gods in ons is. Hoe kun je daarachter komen…? Eigenlijk gaat haar hele boek daarover.
Het boek, dit jaar als derde druk uitgegeven door Samsara, heeft al twee drukken beleefd in eigen beheer. Het mag geen verwondering wekken dat de eerste en tweede druk al binnen iets meer dan een half jaar waren uitverkocht.
Hoe zit dat, dat een boeddhistische vipassana-autoriteit het heeft over God, alsof een dergelijk begrip thuishoort in het boeddhisme? Op haar 21ste trad Jotika in in een Franciscanessen-klooster. Ze wilde voor God leven. In 1977, op haar 45ste, 24 jaar later, trad ze uit, op zoek naar verdieping. In het besef dat God een concept is, maar haar zoektocht ging onverminderd door. Maar nu gebed in de vipassana-traditie. Aanvankelijk leverde de meditatie veel verwarring op. ‘Op een nacht, toen ik 65 was en op het Begijnhof woonde, begreep ik: hier en nu is er altijd en zet zich voort over de dood heen.’ Ze besloot in 1995 haar kloosterideaal weer op te pakken, maar nu in een nieuwe vorm. ‘Ik had het gevoel dat ik niet echt uitgetreden was, enkel de vorm was veranderd’.
Jotika kwam niet alleen tot de conclusie dat Jezus en Boeddha grote vrienden zijn, maar ook dat, vanuit haar nieuwe godsbesef, ‘nirwana’ in het verlengde ligt van God. In 2015 schrijft zij: ‘Met God leven of in nibbana zijn is ook de weg van niet meer sterven, want je sterft al voordat je sterft. In de meditatie ervaar je nibbana wanneer je niet meegaat met voorkeur en afkeer, een moment van bevrijding. Het is wel tijdelijk, maar het kan zichzelf herhalen of je leven lang blijven. Langzamerhand wordt je hele wezen gezuiverd en je ervaart de hoogste vrijheid, je bent gelukkig, je bereikt lokuttara. Je zou kunnen zeggen: je ziet God, je wordt verenigd met God, het bovenwereldse. Daar is geen angst meer, geen paniek, geen onzekerheid, daar is het groot en veilig. Wat Boeddha zag was dat nibbana gevonden kan worden in ieder menselijk wezen, in ons. Vijfhonderd jaar later sprak Jezus: het koninkrijk Gods is in u. Voor nu: alleen nog zien wat er al is.’
Aan Frieda Pruim komt de eer toe van de samenstelling van dit rijke boek met acht thema’s: Het pad van Jotika; Vipassanameditatie; Obstakels op het pad – over hindernissen en onheilzame wortels; De drie kenmerken van het bestaan: onbestendigheid, onvoldaanheid en oncontroleerbaarheid; Vier parels – over welwillende goedheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid; Wereldse pijn – over meditatie in actie; Sterven; Verlichting. Anders zien bestaat uit een afwisseling van 33 radio-columns en 22 andersoortige teksten. Op die manier ontstond een verzameling van haar ‘mooiste teksten’. In gewone en zeer toegankelijke mensentaal. Tevens een tijdsdocument van 2005 tot 2021. Annie de Bruijn, Margriet Geerts en Joep Naber maakten de meeste van de prachtige foto’s en Heleen van der Sanden zorgde voor de uitstekende lay-out.
Zij allen hebben ervoor gezorgd dat de stem van Jotika, nu 91, nog lang zal kunnen blijven klinken. Wat ook de bedoeling was van dit wonderschone boek, dat tevens een inspiratiebron voor menig boeddhistisch leraar zal kunnen zijn.