Non-Dualiteit
in het boeddhisme, christendom,
hindoeïsme, taoïsme,
soefisme en de kabbala
Jerry Katz schreef als eerste een boek over het begrip ‘non-dualiteit’ voor een groot publiek. Het is niet eenvoudig om zo’n lastig begrip toegankelijk te maken, maar Jerry Katz krijgt het voor elkaar aan de hand van teksten van totaal verschillende auteurs uit verschillende tijden en culturen. Zo maakt hij duidelijk dat het begrip non-dualiteit een universeel begrip is, dat in de diverse godsdiensten en culturen op andere manieren wordt verwoord.
Non-Dualiteit bevat teksten van Ramana Maharshi, Lau Tse, Ibn ‘Arabi, uit de Diamant Sutra en de kabbala, maar ook bijdragen van hedendaagse schrijvers zoals Bernadette Roberts (over christelijke mystiek), John Prendergast (over psychotherapie), Steven Harrison (over opvoeding), Jerry Wennstrom (over kunst) Praheep Chhallilyl (over de film The Matrix) en Kent Nerburn (over de non-duale traditie bij Noord-Amerikaanse Indianen).
Ook is er een aantal teksten opgenomen uit verschillende tradities, waaronder het boeddhisme, taoïsme, jodendom, christendom, islam en de Noord-Amerikaanse Indiaanse traditie die allemaal getuigen van non-dualiteit.
Lezersreacties op amazon.com :
‘Een boek vol prachtige quotes en bemoedigingen, die je aansporen om niet verder op zoek te gaan, maar de volledigheid van wat we nu al weten en doen te omarmen.’
‘Ik heb dit boek gebruikt als bron voor mijn proefschrift. Een fantastisch boek!’
‘Ik was met name verrast door de verhalen van echte, hedendaagse mensen en hun gedachten over en worsteling met zingeving in het moderne leven.’
Uit het boek:
De transformatieve reis van een kunstenaar
Jerry Wennstrom
Ik werd niets
In 1979 vernietigde ik alle kunstwerken die ik had gemaakt, gaf alles wat ik bezat weg, en begon een nieuw leven. Ik voelde de aanwezigheid van een innerlijke en uiterlijke wereld van volmaakte ordening. Ik voelde dat ik een gewillig medewerker kon worden in die ordening, en dat dit de weg vrij zou maken voor mijn individuele expressie en unieke bijdrage. Ik weet nu dat mijn deelname afhing van hoe goed ik leerde luisteren en de inherente patronen te zien in de natuurlijke orde die ik voelde. Mijn fysieke creatieve expressie kwam pas later terug, nadat ik geleerd had wat nodig was voor een innerlijk leven. Het nieuwe leven waar ik me aan overgaf vereiste een onvoorwaardelijk vertrouwen en een volledig ontbreken van de wens om in te willen grijpen. Ik vroeg van niemand iets. Ik moest weten of er een God was, en ik riskeerde er mijn leven voor om dat te weten te komen. Nu weet ik dat we veel meer riskeren als we proberen een leven te scheppen dat een persoonlijke relatie met onze eigen God ontbeert.
Ik at als ik iets te eten had, en ik vastte als ik dat niet had. Ik accepteerde alles wat zich in mijn leven voordeed. Zo simpel was het. Ik had al vaker gevast: ik had het sinds ik twintig was elke week een dag gedaan. Nu werd eten een wonder. In het begin had ik als kunstenaar nog zoiets als een klein gevolg, en de mensen waren geïnteresseerd in wat ik deed, dus gaven ze nog iets aan me. Maar al spoedig werd het duidelijk dat ik niet terugkeerde naar de kunst, en veel van die mensen verdwenen uit mijn leven. Ik had een kleine kring van vrienden die, tot op zekere hoogte, begrepen waar ik mijzelf aan had gegeven. Zij hadden hun twijfels, en die had ik ook. Mijn leven was gewoon te anders om het in beschouwing te kunnen nemen met ons westerse denken. Ten slotte begreep ik de manier waarop het wonder mijn leven droeg. Ik zou deze vreemde en eenzame reis nooit hebben kunnen voortzetten als ik dat niet had gezien. Mijn vreugde en mijn vermogen om anderen te helpen waren geschenken van dat wonder en waren mijn enige hulpmiddelen om de angsten die onvermijdelijk op mij werden geprojecteerd te ontwapenen. De omgang met de angsten van anderen was waarschijnlijk de moeilijkste taak in mijn nieuwe leven. Ik moest eerst de confrontatie met de angsten in mijzelf aangaan. Ik moest onvoorwaardelijk aan anderen geven en er niets voor terug verwachten. We leven in een maatschappij waar alles nog niet genoeg is.
Aan de buitenkant leek ik op dat waar de meesten onder ons al hun energie insteken om het te vermijden. Ik werd niets. Ik had ervoor gekozen een intuïtieve en bewuste sprong te maken in de leegte, dus ik verkeerde niet in de luxe positie dat ik om sympathie kon vragen als de reis angstaanjagend of onmogelijk werd. Zelfs de minst intelligente onder ons zou me hebben gesuggereerd een baan te nemen en mezelf te voeden. Ik wist dat ik die keuze niet had. Ik wist dat toen ik eenmaal in de enorme en lege oceaan die voor me lag was gesprongen, er geen middel meer was dat me kon redden. Ik kon zwemmen of verzuipen. In water dat tot aan mijn nek stond waren keuzes maken en terugkeren niet mogelijk. Ik wist dat dit de werkelijkheid was.
In het cyclische ritme van het leven komen we uiteindelijk tegenover een diepgrondig moment te staan waarin we moeten besluiten aan hoeveel vertrouwen en moed we bereid zijn onszelf te geven. Meestal bepalen we, als we dit besluit nemen, ook met hoeveel moed we de rest van ons leven zullen leven. Dit cruciale punt bereiken we gewoonlijk als we rond de dertig zijn. De kansen die men dan heeft zijn onvergelijkelijk. De mensen die voorbij dat geschikte stadium in hun leven in staat zijn zich aan een dieper vertrouwen over te geven zijn zeldzaam. Als we het niet onder de beste omstandigheden hebben gedaan, als we fysiek en geestelijk de wind in de rug hebben, vinden we zelden genoeg moed of een beweegreden om het later in het leven te doen. Genade heeft echter geen grenzen, en dit staat niet in de rotsen gebeiteld. Alleen wij weten wat we doen met dat moment als het zich voordoet in ons leven, of waar we het te ruste hebben gelegd. Hebben we gekozen voor het veilige leven, waarvan de basis in angst is geworteld? Of hebben we gekozen voor het Mysterie, waarin we alles kunnen verliezen of verwerven? We hebben alleen ons innerlijk weten, en als uitwendige indicator het wonder, dat ons informeert over de kracht van onze keuze. Niemand kan oordelen, en toch voelt iedereen intuïtief aan wat onze keuze is door de manier waarop het op hun eigen keuzen lijkt.