Stilte van het hart II

dialogen met Robert Adams

Robert Adams

ISBN: 978-90-77228-58-6
NUR: 728
Prijs: € 25,90
Uitvoering: paperback
Formaat: 125 x 200 mm
Omvang: 256 pagina’s
Oorspronkelijke titel:  Silence of the heart
Vertaling:  Han van den Boogaard
 

Robert Adams (1928-1997) was een bekende en geliefde Amerikaanse advaita-leraar die een aantal jaren in India in de ashram van zijn goeroe Ramana Maharshi woonde. Na de dood van Ramana keerde hij terug naar VS en begon zelf mensen te onderwijzen.

Sommige mensen zeggen tegen me:

 

‘Robert, waarom spreek je niet

gewoon altijd de hoogste waarheid?’

En sommige mensen vragen:

‘Robert, spreek zo dat ik kan begrijpen waar je het over hebt.’

Dat is dus het dilemma.

Ik doe wat ik moet doen.

Ik neem me niets voor.

Ik doe alles voor de vuist weg.

Ik repeteer niet.

Ik schrijf niets op.

Ik zeg alleen maar wat er uit me komt.

Stilte van het hart II bevat net als deel I gesprekken met Adams, opgenomen tijdens satsangs tussen 1991 en 1993. Deze bijeenkomsten vonden zo’n 25 jaar geleden plaats, maar de onderwerpen die Adams behandelt zijn ongedateerd en de gesprekken hadden evengoed nu kunnen plaatsvinden. Helder en met humor bespreekt hij begrippen als meditatie, zelfonderzoek, God, geluk, de goeroe, illusie, en compassie.

Ook in dit deel is weer een verklarende Sanskriet woordenlijst opgenomen.

‘Voor wie oprecht naar verlichting of zelfrealisatie zoekt, is dit boek een “dream come true”. Als geen andere leraar verklaart Robert Adams advaita vedanta aan de hedendaagse lezer.’

Lezersreactie op amazon.com

‘Ik kan het boek willekeurig openslaan en gaan lezen. Onmiddellijk vindt er dan een bewustzijnsverandering plaats. Ik hou van Robert Adams.’

Robert A. Rice op amazon.com

Uit het boek:

Als je zegt dat je ongeboren bent of dat je nooit zult sterven, is dat dan hetzelfde als zeggen dat er niets bestaat?

Ja, dat is zo. Niets waaraan je denkt of wat verschijnt, bestaat. Het lijkt te bestaan, maar dat geldt ook voor een droom. Een droom lijkt heel echt. Maar vindt er een schepping plaats in een droom? Is er een einde? Alles begint gewoon, en eindigt als je wakker wordt. De wereld is hetzelfde (…)

 

Je moet niet zeggen dat er niets bestaat, want zelfs ‘bestaat’ is een idee.

Dat is een idee. Dat moet uiteindelijk verdwijnen. In het begin, als je bezig bent jezelf te vinden, besef je dat ik besta. ‘Ik Ben Dat, Ik Ben’ betekent dat ik besta. Maar dan kom je erachter wie de ik is die bestaat, en dat trek je door. En dat moet verdwijnen. Alles moet verdwijnen. De gemiddelde persoon zal nu denken: ‘Als alles verdwijnt, wat blijft er dan nog over?’ Wat er overblijft is Alles. Jij blijft over, als je Zelf, en dat is niet uit te leggen. Dan keer je terug naar jezelf en word je nederig, vol mededogen, liefdevol, want je bent je ervan bewust dat je het hele universum bent. En je kunt zeggen: ‘Dit alles is het Zelf, en ik ben Dat.’

 

Is dat een ervaring?

Dat is een ervaring. Het valt buiten de ervaring. Het is een openbaring die voor altijd bij je blijft. Dat kan Sahaja Samadhi genoemd worden, als je de hele tijd in het Zelf verblijft. Maar dat valt niet uit te drukken, daar zijn geen woorden voor.

 

Het maakt niet uit hoe diep de ervaring is?

Diep is hier niet van toepassing. Diep is een concept van de geest. Je bent Dat, of je bent het niet.

Kijk, als je die dingen voor ogen houdt, zal het je over de zee van samsara brengen, naar het land van de Zelfrealisatie. Maar je moet er wel onophoudelijk aan denken. Het tweede principe is dit: Je bent ongeboren, je houdt geen stand, en je verdwijnt niet. Met andere woorden, je bent nooit geboren, het leven dat je meemaakt bestaat niet, en je sterft niet. Je bent er altijd geweest. Wat ik zeg is dat er nergens een oorzaak voor is (…)

De beste manier om het uit te leggen is door naar je dromen te kijken. Hoe breng je een droom tot leven? Begint het met een begin? Zodra je begint te dromen, is er geen sprake van een schepping. De droom begint gewoon. Alles is dan al aanwezig. De bomen, de lucht, de aarde, de bloemen, het gras, mensen, insecten, vogels, bloemen, alles verschijnt gewoon. Sterft het allemaal op het eind? Je wordt gewoon wakker en het is allemaal weg. Wat we nu aan het doen zijn is de sterfelijke droom leven. We geloven in onze lichamen, in ons bestaan, als het ware. We geloven dat de wereld echt is, dat de geest echt is, dat onze ervaringen echt zijn, en we raken er in verwikkeld, zoals we in een film verwikkeld raken. Je weet dat je niet de film bent. Je kijkt naar de film, hij eindigt, en je gaat naar huis. Hoe meer je verwikkeld raakt in wereldse situaties, en in jezelf, het kleine zelf, je lichaam of verschijnselen van de geest, hoe meer je de onwetendheid wordt ingetrokken.

Je moet je losmaken van dit maya. En er elke dag aan denken dat je ongeboren bent, dat je geen persoonlijk leven hebt, en dat je niet bestaat, en dat je nooit zult verdwijnen. Alleen al hier aan denken doet wat met je. Je gaat je anders voelen. Je gaat voelen dat je leeft. Maar niet als lichaam. Als Alom-aanwezigheid. Je gaat begrijpen wat Mozes heeft gezegd, toen hij zei: ‘Ik Ben Die Ik Ben.’ Je gaat je vrij voelen, onbesmet. Je verleden is in het niets opgelost, want het heeft sowieso nooit bestaan. Je hebt geen verleden. Er is geen oorzaak. Het is allemaal een manifestatie van je geest. Door daar aan te denken, word je volledig vrij.