Wat rest is liefde
Uitspraken over de essentie van non-dualiteit
‘Hoe vreemd,’ aldus het voorwoord bij dit boek, ‘we kunnen verbranden. Hoe vreemd en verbijsterend: we kunnen van top tot teen verbranden en onszelf toch terugvinden in volheid. Elke strofe in dit boek is een razende vuurzee. Elke strofe in dit boek verbrandt wat we niet zijn, en laat zien wat we wel zijn.’
We zijn, aldus Rupert Spira, de vrijheid zelf, vreugde zonder oorzaak en vrede zonder vijand. En wat nog frappanter is: nooit en te nimmer zijn we ooit begrensd geweest.
Wat rest is liefde bevat een indringende en inspirerende bundeling uit het onderricht van Rupert Spira. Na een heldere inleiding in zijn leer volgen bijna driehonderd pagina’s met pointers waarin Spira de essentie van zijn leer in poëtisch-proza uiteenzet.
Tijdens het lezen worden de ongefundeerde ideeën en overtuigingen die we onvoorwaardelijk hebben aangenomen tot as verbrand. Zonder dat we het bewust in de gaten hebben, verspreidt het inzicht zich in ons en neemt het ons volledig in, niet met een beweging van het denken, maar in een golf van liefde.
Want de liefde is in dit boek volop aanwezig. De liefde is zelfs de hoofdfiguur, want liefde is de kern van wat we zijn.
‘Spira is een kunstenaar. Hij beeldhouwt woorden tot gecondenseerde vormen (…) waaraan niets hoeft worden toegevoegd en waarvan niets hoeft worden weggehaald.’
Monique Proulx
Uit het boek:
Het proces aan de hand waarvan we ontdekken dat het niet ‘ik’, het lichaam-geest-mechanisme, is dat zich bewust is van dingen, anderen en de wereld, maar dat ‘Ik’, Bewustzijn, zich bewust is van lichaam en geest, alsmede van dingen, anderen en de wereld, wordt soms neti neti genoemd – ik ben noch dit, noch dat: ik ben niet mijn gedachten, ik ben me bewust van mijn gedachten; ik ben niet mijn gevoelens, ik ben me bewust van mijn gevoelens; ik ben niet de gewaarwordingen van mijn lichaam, ik ben me bewust van mijn lichamelijke gewaarwordingen; ik ben niet mijn waarnemingen – beelden, geluiden, smaken, structuren en geuren – ik ben me van die dingen bewust.
Zo bezien is neti neti een onderscheidings- of uitsluitingsproces, aan de hand waarvan we de overtuiging dat ik ‘iets’ ben – een mengsel van een lichaam en een geest – loslaten en gaan inzien dat ik ‘niets’ (niet een ding) ben – geen gedachte, beeld, gevoel, gewaarwording of waarneming.
Zo leidt de weg van neti neti – de Weg der Uitsluiting – naar een kennen van ons Zelf als zuiver Bewustzijn. Maar dat proces heeft ons nog niets verteld over de aard van Bewustzijn, behalve dat het gewoon aanwezig en bewust is. In die zin is het niet wat traditioneel ontwaken of verlichting genoemd wordt. Ontwaken of verlichting is niet slechts de openbaring van de aanwezigheid van Bewustzijn – al is dat een eerste stap – maar van de aard ervan.
Om van het inzicht dat Bewustzijn aanwezig en bewust is te komen tot de realisatie van zijn ware aard, is in de meeste gevallen enig onderzoek noodzakelijk. Echter, wie of wat zou Bewustzijn kunnen onderzoeken of kennen? Alleen Bewustzijn is bewust, en daarom kan alleen Bewustzijn iets over zichzelf weten. Bewustzijn onderzoeken betekent dus je bewust zijn van Bewustzijn. Maar om zich bewust te zijn van zichzelf hoeft Bewustzijn niet iets nieuws te leren kennen. Door slechts zichzelf te zijn, is Bewustzijn zich al op natuurlijke wijze en moeiteloos bewust van zichzelf, zoals de zon zichzelf op natuurlijke wijze en moeiteloos verlicht door gewoon zichzelf te zijn.
Onderzoek doen naar onze wezenlijke natuur is, ondanks het feit dat zo’n onderzoek bijna altijd in gang gezet wordt door een denk- en vraagproces, uiteindelijk gewoon je bewust zijn van je wezenlijke Zijn als zuiver Bewustzijn. Tijdens dat proces wordt het naar buiten en op objecten gerichte denken ontdaan van zijn object en vloeit het, omdat het niets meer heeft om zich op te richten of zich aan te hechten, op natuurlijke wijze, moeiteloos en spontaan terug naar zijn bron als zuiver Bewustzijn, en blijft het zich daar bewust van.
Doordat we ons bewust zijn geworden van onze wezenlijke natuur als zuiver Bewustzijn, wordt de herinnering aan onze altijd aanwezige en grenzeloze natuur weer levend – de herinnering aan ons eeuwige, oneindige Zijn. Natuurlijk is dat geen herinnering ‘aan iets’. Toch is ‘herinnering’ het juiste woord ervoor, want dat kennen van ons eigen Zijn – het kennen van zichzelf zoals het werkelijk is – heeft altijd al deel van ons uitgemaakt en is daarom niet iets wat voor het eerst ontdekt wordt. Het was slechts ogenschijnlijk kwijtgeraakt, verhuld, over het hoofd gezien of vergeten.
***
Als geluk verhuld wordt, komt er verlangen op. Als een verlangen vervuld wordt, komt het geluk weer tevoorschijn.
Inzicht voorkomt dat geluk verhuld wordt. Onwetendheid zorgt ervoor dat we op zoek gaan naar de vervulling van onze verlangens.
***
Het denken geeft de ervaring zijn naam, de zintuigen geven hem zijn vorm,
maar het licht van zuiver Kennen verleent hem zijn werkelijkheid.
***
Lijden is niet het tegenovergestelde van geluk; het is de verhulling van geluk.
Het is een oproep van het geluk zelf die ons er aan herinnert dat we ons Zelf zijn gaan aanzien voor een idee, een beeld of een object.