De Engelsman Richard Sylvester groeide op in een agnostisch, humanistisch gezin. In zijn twintiger jaren ontdekte hij tijdens een LSD-trip dat bewustzijn en de werkelijkheid ‘ten diepste verbonden zijn… De alledaagse werkelijkheid die zich binnen tijd en ruimte ontvouwt, is slechts één mogelijke versie van de werkelijkheid.’

Hoewel Richard het gebruik van LSD niemand aanraadt, wekte de ervaring bij hem een interesse in boeddhistische meditatie en yoga. In een tamelijk wanhopige periode in zijn leven kwam hij in aanraking met Transcendente Meditatie en dat voelde als een warm bad. Richard werd een fanatiek meditatiebeoefenaar.

Enkele jaren later hoorde hij Guru Raj Ananda Yogi (1932-1988) spreken en hij wist: dit is mijn leraar. Richard leerde van hem heel krachtige meditatietechnieken die hij later ook aan anderen onderwees, tot de organisatie door allerlei schandalen uit elkaar viel. Richard weerstond de verleiding om een andere goeroe te zoeken ‘en opnieuw verliefd te worden’. Hij verdiepte zich in de psychotherapie omdat hij meende dat er aan de voeten van een goeroe wel heel veel omhoog komt, maar dat je lang niet altijd leert omgaan met de psychologische en emotionele gevolgen hiervan. Richard volgde meerdere opleidingen, maar vooral de transpersoonlijke en humanistische therapie spraken hem erg aan.

Hoewel zijn zoektocht toen al grotendeels voorbij was, eindigde deze voorgoed in 2002, toen Richard Tony Parsons ontmoette. Deze ontmoeting was, in de woorden van Richard zelf, ‘het einde van wat ik tot dan toe dacht dat mijn leven was.’ Richard werkt inmiddels al vele jaren als humanistisch psycholoog, therapeut en docent. Ook zijn er op verschillende plekken in Europa ontmoetingen waar Richard in uitwisseling met de aanwezigen spreekt over non-dualisme.