De Denkbeeldige Geest

U.G. Krishnamurti

ISBN: 978-90-77228-24-1
NUR: 728
Prijs: € 25,99
Uitvoering: paperback
Formaat: 125 x 200 mm
Omvang: 204 pagina’s
Oorspronkelijke titel: Mind is a myth
Vertaling: Mike Bryant
 

‘Bestaat er, zoals alle religieuze tradities ons doen geloven, werkelijk zoiets als vrijheid, verlichting en bevrijding?’ U.G. Krishnamurti (1918 – 2007), niet te verwarren met Jiddu Krishnamurti, beweert dat hij zelf nooit een antwoord op deze vraag heeft gekregen omdat hij inzag dat er geen antwoorden op dergelijke vragen bestaan. Hij ontdekte dat de oplossing het verdwijnen van vragen van filosofische aard was.

Zoals hij het zelf zegt: ‘Als al je vragen uiteindelijk opgaan in één vraag, jouw vraag, dan moet die vraag uiteen spatten en voorgoed verdwijnen, waarna er een soepel functionerend biologisch organisme overblijft dat vrij is van de vervorming en de bemoeienis van het scheiding aanbrengende denken.’

Behalve het verlangen om in de basisbehoeften van het lichaam te voorzien, had hij naar eigen zeggen geen enkele andere verlangens, zeker niet op psychologisch of spiritueel gebied.

U.G. heeft geen school, ashram of meditatiecentrum opgericht. Hij heeft geen leer verspreid en hield geen publieke bijeenkomsten waarbij hij op een podium zat. Hij was een ‘gewone’ man die informele gesprekken hield met iedereen die hem daarom vroeg.

‘Een mega-cadeau aan jezelf (…), maar niet zolang je nog in de entertainende spirituele neonwereld rondzweeft, want dan wil je dit boek liefst kapotscheuren.’
Lezersreactie op bol.com

‘U.G. brengt alles terug naar hoe het daadwerkelijk is, heerlijk, ik heb er erg van genoten, maar je moet wel moed hebben en het wel durven om dit boek te lezen.’
Lezersreactie op bol.com

‘U.G. Krishnamurti maakt een einde aan alle poespas over verlichting, over alles wat je denkt en maakt een einde aan elke zoektocht, dualiteit, hemel en hel.’
Lezersreactie op bol.com

Uit het boek:
[Vraagsteller] Maar het lichaam is maar van tijdelijke aard en we streven allemaal naar een soort onsterfelijkheid, daarom wenden we ons tot filosofie, religie en het spirituele. Is het dan niet zo dat als we…

[U.G.] Het is het lichaam dat onsterfelijk is. Het verandert alleen maar van vorm als het dood is, waarna het, in een nieuwe vorm, in de stroom van het leven blijft. Het lichaam heeft geen interesse in het hiernamaals of in enig andere vorm van voortbestaan. Het worstelt nu om te overleven en zich te vermenigvuldigen. Het fictieve ‘hiernamaals’, dat uit angst door het denken in het leven is geroepen, is in werkelijkheid het verlangen naar meer van hetzelfde, in aangepaste vorm. Dat verlangen om steeds maar weer hetzelfde te herhalen is niets anders dan het verlangen naar iets dat blijvend is. Een dergelijke drang kent het lichaam niet. Het verlangen van het denken om iets in stand te houden, verstikt het lichaam en vervormt de waarneming. Het denken ziet zichzelf niet alleen als de beschermer van haar eigen continuïteit, maar ook van de continuïteit van het lichaam. Dat is helemaal verkeerd (…)

Het heeft geen zin om de werkelijkheid te onderzoeken. Onderzoek liever jouw doelen, jouw overtuigingen en jouw aannamen. Dáárvan moet je bevrijd worden en niet van de werkelijkheid. De zinloze vragen die jij stelt, zullen verdwijnen met het automatisch afstand doen van je doelen. Ze zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden; het een kan niet zonder het andere bestaan.