Niemand daar
dialogen deel II
De boodschap is van Tony Parsons is een radicale en compromisloze uiting van absoluut non-dualisme: ‘Wanneer de schijnbaar afgescheiden identiteit weg-valt, is het stralende wonder van tegenwoordigheid helder voor “niemand”. Daarenboven is het duidelijk dat er nooit ‘iemand’ was die bevrijding nodig had.’
Deze woorden gaan, aldus Tony Parsons, de geest voorbij en spreken rechtstreeks tot de kern van een wijsheid die inherent in ieder van ons aanwezig is. Als er bereidheid is om te horen, vallen het zoeken en de individuele pogingen weg; wat blijft is het wonder van wat is.
Bij het lezen van deze woorden, is er een weten dat wat er beschreven wordt omarmt. Het was er altijd al: bij je eerste ademhaling, op je eerste dag, als je eet, slaapt, rent of loopt, theedrinkt of aardappelen schilt… het is er… dat wat weet en bewust is. Door alle strijd heen, dwars door de ogenschijnlijke mislukkingen en successen heen, in al die avonturen die het verhaal van je leven lijken te zijn, is er het ene constante, dat nooit komt en nooit gaat – dat is tegenwoordigheid, dat wat er al is.
Niemand daar geeft een getrouwe weergave van zes bijeenkomsten met Tony in Amsterdam, Berlijn en Encinitas (Californië) en gaat alleen maar over ‘dat wat er al is’ De uitwisselingen roepen herinneringen op aan een geur, stilte, de rust van thuis… Dit is alles wat er is.
‘Een nuchtere effectieve kijk op echte spiritualiteit zonder methodes om ook maar iets te “bereiken”. Een weg naar innerlijke vrede en vrijheid, die in principe voor iedereen bereikbaar is mits men de moed heeft om werkelijk te ZIEN wat Is.’
Lezersreactie op bol.com
Uit het boek:
Amsterdam, september 2002
In Mexico wordt heel wat gesmokkeld. Op een dag rijdt een Mexicaan op de fiets richting grens met een baal zand op zijn rug. De douanier sommeert hem te stoppen: ‘Stop! Ik wil zien wat er in die zak zit.’ De man zegt dat er zand in zit. De douanier vraagt hem om de zak te legen en ja hoor, er zit alleen maar zand in, dus laat hij hem gaan. Dit gebeurt elke keer weer, wel twee of drie keer per week en de douanier vermoedt dat er iets niet pluis is.
Op een dag is hij aan de andere kant van de grens. Hij zit in het café wat te drinken en ziet die man binnenkomen. Hij loopt naar de Mexicaan toe en zegt: Ik heb je bij de grens gezien, maar nu ben ik niet in functie – ik haal een drankje voor je.’ Ze drinken wat en hij zegt tegen de man: ‘Luister, even over wat er bij de grens gebeurt. Jij zit op de fiets met je zandzak en als ik erin kijk zit er altijd zand in. Ik heb sterk het vermoeden dat je iets smokkelt. Vooruit, we zijn nu vrienden, ik zal je niet aangeven, maar zeg me wat je smokkelt.’
En de Mexicaan antwoordt: ‘Fietsen.’
Wat ik het leuke vind van dit verhaal, is dat het zo lijkt op waar wij het over hebben. Aan de ene kant is het geheim verborgen, en aan de andere kant is het volstrekt duidelijk. Want op dit moment is het alles wat er is. Nu, hier, is wat er gebeurt. In deze verschijningsvormen voltrekt zich het heldere zien; er ís alleen maar zien. Maar het denken heeft het idee – en dat is het hele spel – dat er hier iemand zit die ziet. Dat is subtiel én duidelijk.
Als er sprake is van ‘ontwaken’, en dat gebeurt nogal eens dezer dagen, wordt er altijd gezegd dat wat er nu gezien wordt totaal duidelijk is. Het is zó duidelijk. Het is pal naast wat jij denkt dat zich op dit moment afspeelt. Je denkt dat je mij ziet. In werkelijkheid is het enige dat echt gebeurt het zien van mij, of wat er ook maar gaande is. Het verschil tussen ontwaken en niet ontwaken, tussen zien en niet zien, is zien dat er niemand is. Er bestaat geen ‘ik’.
Doe je ogen maar eens dicht en probeer een ik te vinden. In het gewaarzijn komen gewaarwordingen op, fysieke dingen of gedachten… Het doet er niet toe wat er opkomt, er is nergens een ik te vinden. Zoek die ik maar, er is met geen mogelijkheid een plek, een vaste locatie te vinden die je ‘ik’ zou kunnen noemen. Waar is die ik van jou? Zoek die ik. Wat je vindt zijn slechts fysieke gewaarwordingen. Je wordt je bewust van je lichaam, of van de gedachte: ik kan mezelf niet vinden…
Het wonderlijke is dat wat jij bent nu juist precies datgene is wat op zoek is naar een ik. Jij bent de ene die op zoek is. Je bent eenheid. Eenheid is het ene dat ziet. De ziener van alles. Eenheid is alles en ziet alles als zichzelf. Het enige dat er gebeurde, is dat wij op de een of andere manier naar iets anders zochten, iets wat verlichting of tegenwoordigheid genoemd wordt; iets ergens dáár, iets wat uit de hemel komt vallen om ons nieuwe energie te geven – iets wat komt en ons completer maakt.
Waar we eigenlijk naar zoeken is het verloren idee van een ik. Het gaat hier om het verlies van een persoonlijke identiteit die niet eens echt heeft bestaan. We zoeken dus naar een verloren onwerkelijkheid!