Spel Zonder Einde
Jed McKenna
Bij Jed McKenna, van wie de identiteit nog altijd onbekend is, draait het eerder om de vernietiging van vragen dan om de beantwoording ervan. Dit geldt ook voor zijn nieuwste boek Spel zonder einde, dat de voor een spiritueel boek originele vorm heeft van een toneelstuk in zeven dialogen, die de verschillende stadia van zelfonderzoek verbeelden.
Steeds komen we iets verder op de weg die begint met vragen en waarop we gaandeweg kennis maken met degenen die de vragen stellen. Onderweg maken de personages de lezer op oorspronkelijke manier duidelijk waar eerlijk en voortdurend zelfonderzoek toe kan leiden en worden we gewaarschuwd voor de valkuilen die we kunnen tegenkomen.
Wie is bereid het Spel zonder einde te spelen en waarom zou je het eigenlijk doen? Op deze tocht verandert wie je bent namelijk met iedere volgende stap en gaat het er alleen maar om dát de volgende stap wordt gezet. Uiteindelijk is het spel – net als het leven zelf – wat het is, voor de één serieus zelfonderzoek, voor de ander gewoon een toneelstuk. Het ís de betekenis die je eraan geeft.
‘De Amerikaan Jed McKenna is enig in zijn soort.’
‘Treed binnen in Jeds intelligente en machtige wereld. Tenminste… als je er klaar voor bent.’
Uit het boek:
Uit het vierde bedrijf ‘Debat’.
Personages
Gespreksleidster: een vrouw van in de dertig
Wetenschap: statige man in een laborantenjas
Godsdienst: statige man in priesterkleding
Filosofie: een vijftienjarig meisje
Filosofie: Ik teken bezwaar aan tegen jullie [godsdienst en wetenschap],
wat vinden jullie daarvan? Tegen jullie allebei! Gebrek aan een deugdelijke basis, dat is een goeie, hè? (…) En filosofie is geen haar beter. Filosofie is dood, en ik denk dat dit, bij nader inzien, komt omdat er in feite niets is om over na te denken. Ik denk dat ik ben, dus weet ik dat ik ben, en de rest is een slag in de ruimte. Objectieve kennis is onmogelijk. Hè! Het is er eindelijk uit. Wat is daar toch zo moeilijk aan? Waar is iedereen toch zo bang voor? (…)
Gespreksleidster: Wel, Penny de Wit, het ziet ernaar uit dat uw antwoord geen antwoord is. Er is niet zoiets als objectieve kennis. Waarheid en kennis kunnen we wel verkondigen, maar nooit bezitten, dus leven we in een wereld van doen alsof, en doen dan net alsof dat niet zo is. Bent u hier tevreden mee?
Filosofie: Ja, want het is waar (…)
Gespreksleidster: Nog een woord ter afsluiting. Wetenschap?
Wetenschap: Het is waar dat waarheid niet de standaard is waar wetenschap aan gehouden kan worden. Ja, ik geef toe: ook al sta ik hier in het licht, ik kan niet bewijzen dat licht bestaat, of tijd of ruimte, of zelfs maar materie. Maar waarheid is niet het werkterrein van wetenschap. De taak van de wetenschap is aanpakken wat we maar kunnen aanpakken en dat zo goed mogelijk, en ons allemaal op basis daarvan naar de toekomst leiden (…)
Gespreksleidster: Nog een woord ter afsluiting. Godsdienst?
Godsdienst: Niets van wat hier vandaag is gezegd, verandert ook maar in het minst mijn zienswijzen. Integendeel ik ben nog vaster overtuigd geraakt van Gods liefde en goedheid. Religie is de diepgevoelde, innerlijke gave van het geloof, en geen wetenschappelijke uitspraak of filosofische scherpzinnigheid kan ooit dat wat mijn innerlijke wezen verlicht, uitdoven. Godsdienst is het licht dat leiding geeft aan miljoenen levens, en hoe donkerder het leven wordt, hoe feller het geloof gaat branden (…)
Gespreksleidster: Nog een woord ter afsluiting. Filosofie?
Filosofie: Het is wat het is, zeggen ze, maar is dat ook zo? Bestaan de dingen wel echt? Is er überhaupt iets? Bestaat er niets? Is nul een getal? Ben ik een vlinder die droomt dat ik een meisje ben dat in een konijnenhol valt? Dat zal ik nooit weten, maar nu weet ik dát ik het nooit zal weten. En misschien is dat toch al iets, dat ik weet dat ik niets weet.