Na een carrière in het bankwezen, als eigenaar van een succesvol exportbedrijf en een drank- en drugsverslaving, leerde Wayne Liquorman in 1987 zijn eerste en laatste goeroe kennen, de Indiase advaita-leraar Ramesh Balsekar. Twee jaar later eindigde zijn spirituele zoektocht toen ‘het lichaam-geest mechanisme genaamd Wayne’ een verlichtingservaring doormaakte.
Zijn eerste boek verscheen in 1990 onder de naam Ram Tzu (in het Nederlands bij Samsara verschenen onder de titel Wie zoekt zal niet vinden), omdat hij ‘niet wilde dat mijn woonkamer zich zou vullen met allerlei wanhopige zoekers’. Wayne ging pas in het openbaar spreken vanaf 1996, nadat zijn leraar hem dit had gevraagd. De non-dualistische leer van Liquorman is compromisloos en doorspekt met humor, zonder religieuze dogma’s of de vernis van new-age. Planloos beantwoordt hij vragen van bezoekers.
‘Bewustzijn,’ aldus Wayne Liquorman, ‘is de grond van alle zijn, de bron en de substantie van alles. De advaita waarover ik spreek, is geen filosofie, want er zijn geen leerstellingen. Het is gewoon een verzameling vingerwijzingen en concepten, waarbij direct gezegd wordt dat geen van alle op een absolute manier waar zijn. Bij deze leer gaat het niet over de onthulling van de waarheid, maar over onderzoek naar de beperkingen en misvattingen over hoe de dingen zijn.’
Wayne biedt zijn toehoorders en lezers geen genezing, oefeningen of wonderen die tot verlichting leiden. Hij nodigt iedereen uit zijn diepste overtuigingen mee te nemen naar zijn bijeenkomsten. En als je geluk hebt, ga je misschien wel zonder ze naar huis.