–
‘Als je je, zonder de aandacht te laten verslappen, de vraag stelt: “Wat is de denkende geest?”, dan blijkt deze helemaal niet te bestaan. Dit is de directe weg.’
‘Als je je, zonder de aandacht te laten verslappen, de vraag stelt: “Wat is de denkende geest?”, dan blijkt deze helemaal niet te bestaan. Dit is de directe weg.’
Shri Ramana Maharshi (1879-1950) wordt door velen beschouwd als een van de grootste, misschien wel de grootste, verlichte van de twintigste eeuw. Hij onderrichtte met grote helderheid en directheid over jnana yoga en advaita vedanta en trok daarmee veel westerse zoekers naar India.
Ramana Maharshi’s onderricht keert steeds weer terug naar die ene centrale vraag: ‘Wie ben ik?’ Wat is de werkelijke aard van dat waarnaar wij verwijzen met het woordje ‘ik’? Wie zich deze vraag ten diepste stelt, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat het ‘ik’ niets te maken heeft met de kenmerken en eigenschappen die wij het in het normale taalgebruik toedichten.
Op zestien jarige leeftijd kwam Ramana Maharshi tijdens een overweldigde ervaring tot het besef dat het werkelijke ‘ik’ iets blijvends is dat niet door de dood geraakt kan worden. Dit besef flitste als een levende waarheid door hem heen en vanaf dat moment was hij, zonder dat hij ooit een leraar had gehad, gegrondvest in het Zelf dat niet geboren wordt en ook niet sterft.
Na deze ervaring liep Ramana weg van zijn ouderlijk huis in Tiruchuli in de provincie Madras (de huidige deelstaat Tamil Nadu). In 1896 kwam hij in Tiruvannamalai bij de berg Arunachala aan, eveneens in Tamil Nadu. Hier vond zijn moeder hem tweeënhalf jaar later terug. Ze smeekte hem weer naar huis te komen. Maar in die tijd sprak Ramana nauwelijks en pas na lang aandringen schreef hij de volgende tekst op een klein briefje (uit: Ramana Upanishad, Philip Renard, blz 31):
‘De Beschikker regelt het lot van de individuele wezens in overeenstemming met de daden die zij hebben verricht. Als het bestemd is dat je iets niet zult bereiken, zul je het niet bereiken, hoe hard je het ook probeert. En datgene wat bestemd is dat je zal overkomen, zal je overkomen, wat je ook zult doen om het te vermijden. Dit is iets dat zeker is. Het beste wat je kunt doen is daarom: wees stil.’
Tot aan zijn dood in 1950 bleef Ramana Maharshi aan de voet van de berg Arunachala. Hij woonde in verschillende grotten en vestigde zich definitief op de plek die de naam Sri Ramanasramam kreeg. Hij heeft nooit leerlingen en volgelingen aangenomen, maar er groeide wel een ashram om hem heen van mensen die naar waarheid zochten. De ashram bestaat nog steeds en wordt ook nog altijd door mensen van over de hele wereld bezocht.
Boeken