Een volkomen unieke verwoording van het onzegbare
Han van den Boogaard maakte een gloednieuwe vertaling van Douglas Hardings klassieker On Having No Head.
Han van den Boogaard maakte een gloednieuwe vertaling van Douglas Hardings klassieker On Having No Head.
Zonder twijfel mag Douglas Harding een uniek figuur in de wereld van de non-dualiteit genoemd worden. Niet alleen omdat hij als architect een rekenkundige academische achtergrond verenigde met een feilloos gevoel voor het mystieke, maar ook vanwege het feit dat hij zijn visie zichtbaar wist te maken in talloze zelfbedachte ‘experimenten’ die nog steeds uiterst toegankelijk en uitvoerbaar blijken te zijn voor iedereen die bereid is zijn of haar gebruikelijke manier van kijken voor even los te laten.
Dat lijkt niet veel gevraagd, en dat is het ook niet, maar, zoals Harding beschrijft in De hoofdloze weg, de vrienden aan wie hij zijn visie voorlegde beschouwden die vrijwel altijd als een belediging voor het gezonde verstand. “Natuurlijk kan ik mijn hoofd niet zien. Nou en?”, zeiden velen van hen en gingen vervolgens over tot de orde van de dag. Ze hadden geen idee waar hij het over had – “voor beide partijen een beschamende situatie”, aldus Harding.
Toen ik als beginnende student psychologie De hoofdloze weg om God mag weten wat voor reden uit het eindeloze aanbod van de openbare bibliotheek viste en het boek begon te lezen, overkwam mij hetzelfde. Ik had geen idee waar Harding het over had, maar opnieuw om onverklaarbare redenen kreeg ik wel het gevoel dat het iets belangrijks was wat hij me probeerde duidelijk te maken. Niettemin kreeg de urgentie die uit zijn woorden sprak uiteindelijk geen vat op me, en ook ik ging over tot de orde van de dag. Toch bleef Hardings boodschap echter ergens diep in mijn achterhoofd zijn werk doen – onzichtbaar, onmerkbaar, maar achteraf onmiskenbaar – en toen ik vele jaren later het boek opnieuw ter hand nam was het alsof iets in mij plotseling oplichtte en werd me volkomen duidelijk wat Hardings visie behelsde. De experimenten die Harding in de loop der jaren op zijn website plaatste lieten me vervolgens in talloze varianten zien wat eerder al helder voor me geworden was. Het deed mijn bewondering voor de ongekende originaliteit van zijn verwoording van het onzegbare alleen maar toenemen.
‘Toen ik vele jaren later het boek opnieuw ter hand nam, was het alsof iets in mij plotseling oplichtte en werd me volkomen duidelijk wat Hardings visie behelsde.’
Maar zo eenvoudig en voor de hand liggend was het herkennen van zijn visie dus ook weer niet. Daar kwam ik al snel achter, want zodra ik anderen probeerde te laten zien wat Harding bedoelde, werd er meewarig naar me gekeken en een enkele keer verontwaardigd gereageerd. Ik had ook beter moeten weten, Harding had dat immers al voorspeld, en als psycholoog wist ik dat het loslaten van vastgeroeste gedachten- en waarnemingspatronen veel moeilijker is dan men denkt. De meeste psychotherapieën vergen niet voor niets vaak veel tijd en inzet, en mochten die al in zo’n traject in voldoende mate ingezet worden, dan zijn de resultaten nog vaak mager te noemen.
In die zin zijn de experimenten van Harding moeiteloos op te vatten als vormen van radicale psychotherapie, want ze brengen niet alleen je manier van kijken naar anderen en de wereld aan het wankelen, maar ook, en vooral, je manier van kijken naar jezelf. En wat je te zien krijgt is een grote leegte gevuld met alles wat het bestaan te bieden heeft: wolken, huizen, mensen, gedachten, pijn, verliefdheid en alle andere dingen die ervaren kunnen worden. De samenstelling van de inhoud waarmee de leegte gevuld wordt, is vluchtig en ieder moment anders. Harding noemt dat het vermogen om gevuld te worden met wat dan ook, met alles wat zich aandient. De enige constante is dat vermogen zelf, en dat – alleen dat – is wat we zijn. Niet iets concreets – het lichaam, een specifieke identiteit, het beeld dat anderen van ons hebben – maar een leegte die over het vermogen beschikt iedere waarneembare en denkbare vorm aan te nemen.
‘De enige constante is een leegte die over het vermogen beschikt iedere waarneembare en denkbare vorm aan te nemen.’
Veel spirituele leraren en mystici hebben geprobeerd – en doen dat nog steeds – om dit gegeven voor het denken behapbaar te maken, maar het lastige van zo’n onderneming is dat het denken vrijwel altijd een vluchtweg weet te vinden in het maatschappelijk geaccepteerde ‘gezonde verstand’. En degenen die weigeren die vluchtweg in te slaan, stuiten uiteindelijk haast onvermijdelijk op hun onvermogen de waarheid omtrent hun eigen identiteit op een andere manier dan via het denken tot zich door te laten dringen. Maar voor hen heeft Harding een eenvoudige sluiproute bedacht. En niet één, maar tientallen. In zijn talloze experimenten laat hij zien wat door het denken niet te bevatten is. En als degene die kijkt bereid is te accepteren dat het niet door het denken te bevatten is, kan het zijn dat hij of zij zomaar tot het besef komt dat de gebruikelijke en maatschappelijk geaccepteerde manier van kijken altijd een zinsbegoocheling is geweest. Dan valt alles op zijn plaats en wordt gezien dat we geen hoofd hebben van waaruit alles wordt waargenomen en beleefd, maar dat we de leegte zijn waarin alles verschijnt en wordt waargenomen. Iemand die dat overkomt verliest als het ware zijn hoofd, maar krijgt er een hele wereld voor terug.
‘Als degene die kijkt bereid is te accepteren dat het niet door het denken te bevatten is, kan het zijn dat hij of zij zomaar tot het besef komt dat de gebruikelijke en maatschappelijk geaccepteerde manier van kijken altijd een zinsbegoocheling is geweest.’
In De hoofdloze weg vertelt Douglas Harding met onbegrensd enthousiasme hoe hij er zelf achter kwam dat hij geen hoofd had en wat dat uiteindelijk voor hem betekende. De rest van zijn leven heeft hij vooral gewijd aan het bedenken van manieren om rechtstreeks aan anderen te laten zien wat hij zelf had gezien en bleef zien. Het is een uniek boek dat mij, en met mij inmiddels al enkele generaties, heeft geïnspireerd tot een andere kijk op mezelf en de wereld. Het is een boek dat zomaar een heilig vuur kan laten ontbranden en een eindeloze zoektocht kan laten stoppen. Als er één boek is dat je in eenvoudige bewoordingen en zonder poespas Dat kan laten zien wat onmogelijk over het hoofd te zien is, dan is het dit meesterwerk. En voor mij was het werkelijk een groot plezier om dat meesterwerk in actueel en begrijpelijk Nederlands toegankelijk te maken voor weer een nieuwe generatie – een generatie die misschien, net als ik destijds, gegrepen zal worden door de urgentie van Hardings woorden, en de waarheid die eruit spreekt.
Over De hoofdloze weg:
Op een dag, begin jaren 1940, loopt een keurig sprekende Engelse architect met de naam Douglas Harding over een bergpad in de Himalaya. Plotseling komt hij erachter dat hij geen hoofd heeft. ‘Dit is geen goeddoordachte openingszin, geen woordgrap alleen maar bedoeld om de aandacht te trekken,’ schrijft hij in dit prikkelende kleinood De hoofdloze weg, dat inmiddels zo’n 60 jaar oud is.
De kern van zijn werk zijn de experimenten – bewustzijnsoefeningen die je uitnodigen om te zien wie je bent. Ze omzeilen woorden en verwijzen direct, non-verbaal, naar je ware natuur.
Douglas Harding (1909-2007), was een Brits filosoof, auteur en mysticus. Hij studeerde vervolgens architectuur in Londen en werkte eerst in Engeland en later in Indië. Op 33-jarige leeftijd doet hij naar eigen zeggen een ontdekking over de aard van bewustzijn die hij de ‘hoofdloze toestand’ noemt en die zijn leven een andere wending geeft.
Klik hier voor meer info en bestellen.
Geïnteresseerd?