Cursiefjes door Justus Kramer Schippers

15. Zelf kan niet sterven

Cursiefjes door Justus Kramer Schippers

In de reeks Cursiefjes neemt schrijver en vertaler Justus Kramer Schippers ons mee op een verdiepingstocht van zijn boek Wie denk je dat je bent?. Elk Cursiefje – een kort stukje tekst – gaat in op een bepaald aspect uit het boek en verrijkt daarmee de leeservaring. Door gedachtegoed te extraheren, kan het inzicht soms helderder en rechtstreekser binnenkomen. De Cursiefjes staan niet los van elkaar, maar spelen op elkaar in en vormen uiteindelijk een consistent geheel.

Deze week: Zelf kan niet sterven

Als we ons realiseren dat we niet het ikje zijn met zijn beperkte houdbaarheid als verschijning, maar Zelf waarin het ikje verschijnt, kunnen we ons afvragen wat de dood eigenlijk voorstelt. Op taalniveau noemen we het moment waarop het ikje niet langer functioneert ‘de dood’. Maar we moeten ons realiseren dat alleen dat ikje opgehouden is te bestaan. Er komt een einde aan iets dat in relativiteit een begin heeft gehad. Wat we Zijn (Zelf, het scheppende principe) kan nooit doodgaan. Zelf staat buiten tijd en ruimte. Iets kan alleen doodgaan als het een begin en een eind kent. Zelf is onbegrensd, tijdloos, onbeperkt en in wezen zelfs Onverschillig. Omdat aan Zelf of Bewustzijn geen einde komt, kan Bewustzijn in termen van relativiteit ook niet sterven.

‘Wat we Zijn (Zelf, het scheppende principe) kan nooit doodgaan. Zelf staat buiten tijd en ruimte. Iets kan alleen doodgaan als het een begin en een eind kent.’

Dit is wat Sri Nisargadatta Maharaj ook altijd beweert: er bestaat geen dood. Dat is volledig te verklaren als we beseffen vanuit welk standpunt Maharaj dat zegt. Hij is Zelf, niet het individu dat wij van hem gemaakt hebben door middel van onze zintuigen. Maar Maharaj is niet zijn verschijningsvorm. Hij is wezenlijk Zelf, wat zonder begin of einde is. Zelf gaat naar onze maatstaven eeuwig (of beter gezegd: tijdloos) door. Zelf kan niet sterven. De metafoor is als de boom die bladeren voortbrengt en laat afsterven, maar zelf niet sterft. Daarom hamert Nisargadatta erop: stop met je te identificeren met je lichaam. Je bent je individuele lichaam niet, je bent onpersoonlijk Zelf. En vraag je af wie of wat je bent voor je geboorte en na je dood.

Cursiefje gemist? Lees hier het vorige: Creatie is bouwen en vernietigen

Geïnteresseerd?

Bekijk ook deze boeken