Vorige week zag ik een nieuwe klant van mij in een online coachingsessie. Ze vertelde mij over haar achtergrond die ze nog het beste herkende in het woord ‘trauma’, waar ze al veel aan had gewerkt. ‘En,’ zei ze, ‘ik heb nog een heleboel werk te doen’.
Stagnatie door aannames
Traumawerk kan heel belangrijk zijn. Een van de valkuilen van het spirituele pad is de neiging om ons te verbinden met wat we het ‘Hogere’ neigen te noemen en ons af te keren van dat wat diep in onze ziel aan pijn aanwezig is. Daarmee brengen we een scheiding aan en houden we de dualiteit in stand.
Bij deze vrouw kreeg ik de indruk dat ze vasthield aan een overtuiging dat ze ‘nog heel hard moest werken om nog heel veel op te lossen’. In haar hoofd hadden tal van ideeën postgevat over wat er mis met haar was, dat daar nog van alles aan moest worden gedaan, en dat zíj dat moest doen. Behalve al die aannames was hier ook de doener aan het woord.
Al het innerlijke werk dat ze al had gedaan – en dat was een hele hoop – kreeg volgens mijn inschatting geen kans kreeg om te integreren door alle aannames die er waren. Dat is iets wat ook niet zo eenvoudig is als er sprake is van trauma. Ik checkte mijn bevindingen bij haar en ze werd erdoor geraakt.
‘Al het innerlijke werk dat ze had gedaan kreeg geen kans om te integreren door alle aannames die er waren.’
Hoe integreer ‘je’ ervaringen?
Het is dat befaamde ‘hoe?’, waar elke student of deelnemer naar vraagt: ‘Hoe doe ik dat?’, ‘Hoe kom ik daar?’ We vragen naar een oplossing en die is er niet zomaar, maar hier kunnen we wel wat doen! We kunnen terug naar de basis: gronden. Dat deed ik ook met deze vrouw.
‘Hoe is het om te voelen dat je zit? Adem door en bij elke uitademing maak je meer contact met de aarde, de grond onder je. Wat ervaar je dan?’
Er was verkramping en verdriet. De verkramping was duidelijk voelbaar in haar middenrif en haar bovenlijf, haar rug, nek en schouders. Zo had ze zich bij elkaar weten te houden. Zij ervoer de verkramping als iets negatiefs: die verkramping moest weg. Wat ze niet zag was hoe die verkramping, die verstrakking in haar lijf, ooit was ontstaan vanuit de noodzaak om iets te beschermen. Hier was de wijsheid van haar wezen, haar ziel die wist wat er moest gebeuren: samentrekken.
Eén realiteit
Dat wat we spiritualiteit noemen is tot diep in ons wezen verankerd. Essentie doordringt alles, is alles. Diep in ons lijf is er wijsheid die weet wat er moet gebeuren, toen we jong waren en nu we ouder zijn. Wat die wijsheid van ons vraagt is om op te houden met afwijzen, te stoppen met de werkelijkheid in te delen in goed en fout.
‘Diep in ons lijf is er wijsheid die weet wat er moet gebeuren. Wat die wijsheid van ons vraagt is om op te houden met afwijzen.’
Op het moment dat ik het woord bescherming gebruikte in deze sessie, kwamen de tranen, werd deze vrouw geraakt en loste er iets van de verkramping op. De adem werd dieper, er was meer ruimte, meer rust, meer Zijn.
Spiritualiteit is niet hoger, is niet daarginds. Het hele leven is doortrokken van Zijn, van Essentie. En zo ook ons lichaam.
Je spiritualiteit leven
Zonder Essentie is leven eenvoudig weg niet mogelijk; alles komt voort uit Essentie. Je leeft je spiritualiteit door je dat eenvoudigweg te realiseren. En dat betekent: durven zijn met wat is, durven onderzoeken. Soms moeten we daarvoor afdalen in donkerte, om de schat op te de diepen die daar, omhuld door pijn, verborgen ligt.
Fragment uit hoofdstuk 1 van Langs de weg van het hart
We zijn vaak zo gefocust op ons denken, dat we vergeten dat we ook een lichaam hebben. Een lichaam met ledematen, zodat we kunnen lopen en handelen. Een lichaam dat ademt, voedsel opneemt en verteert, bloed rondpompt. Dit functionerende lichaam is ons gegeven.
Als we onze aandacht naar ons lichaam brengen, gaan we iets nieuws ontdekken. We voelen de zwaartekracht, realiseren ons dat er grond is waarop we lopen, dat er een omgeving is die ons omhult. De grond geeft ons steun, en steun helpt ons bij het reguleren van spanning en emoties.
Oefening
Ga zo zitten dat je je zitbotjes direct onder je kunt voelen. Voel je de zitbotjes in contact met de zitting van de stoel? Voel ook dat deel van je benen dat contact heeft met de stoelzitting. Hoe voelt dit directe contact?
Breng dan je aandacht naar je ademhaling en stel je voor dat je bij elke uitademing dieper in de stoelzitting zakt. Voel je verbinding daar. Kun je voelen hoe je zakt? Hoe je meer landt in het zitten?
Breng dan je aandacht naar je rug. Voel je ook de rugleuning van de stoel? Hoe is het contact tussen je rug en de stoelleuning? Kijk of je je kunt laten steunen. Zit je dan nog steeds rechtop? Als dat niet het geval is, stop dan een kussen in de holte in je rug. Voel de steun bewust.
Wat doet het met je als je voelt dat er steun is?
Ervaar het effect van deze oefening in je hele lijf en in je gevoelens.
Lenie van Schie werkt als gz-psycholoog en coach vanuit een lichaamsgerichte en spirituele achtergrond. Ze is opgeleid in onder meer de humanistische psychologie en de lichaamsgerichte psychotherapie, en heeft zich verdiept in het sjamanisme en de westerse mystiek. In de Diamantbenadering, een contemporaine spirituele school van A.H. Almaas, vond ze de visie en aanpak die aansloten bij haar innerlijke pad. Ze volgde hier ook de lerarenopleiding. In februari verscheen van haar het boek Langs de weg van het hart bij Samsara.
Geïnteresseerd?