Open geheimen

De brieven van een Rebbe

Wie is Rami Sahapiro? De schrijver, rabbijn en zenbeoefenaar schreef in de meest inspiratieloze en eenzame periode van zijn leven het boekje Open geheimen. Ronald Hermsen las en herlas het, en raakte in vervoering door de woorden die ‘grenzen aan de diepste taal van de ziel’.

‘Er is geen verborgen Waarheid,

slechts waarheden die we weigeren te erkennen.

Waarheid ondermijnt het zelf

waaraan wij ons zo wanhopig vastklampen.

De Waarheid is niet voor ons verborgen.

We verbergen ons voor haar.’

Geschenken, al dan niet in vermomming, komen vaak uit onverwachte hoek en op onverwachte momenten, is mijn ervaring. Geschenken in alle gedaanten: mensen, plekken, situaties, inzichten, gevoelens en ook materiële zaken.

In mijn persoonlijk leven waren er ook enkele boeken die zo maar ‘kwamen aanwaaien’ en die ik ben blijven koesteren. Dat zijn keerpuntboeken.

Levensvragen

Zo kreeg ik eind jaren 1990 zo’n dertig flodderige kopietjes van iemand. Van wie weet ik niet meer, wel dat uit de kring rond Hans Korteweg – mijn toenmalige leraar – kwam. Het bleek een boekje met als titel Open Secrets – The letters of Reb Yerachmiel Ben Yisrael, vertaald en geredigeerd door Rami M. Shapiro. Ik las het in één ruk uit. En ik bleef het regelmatig herlezen en kopiëren voor anderen.

Bijna twintig jaar later vroeg ik de uitgever van uitgeverij Samsara, waar ik als zzp’er voor werk, of dit boekje niet mooi in het fonds zou passen. Het idee viel goed en ik mocht het zelf vertalen. En nu is het er: Open geheimen. Een juweeltje voor in de binnenzak.

‘De heldere, religie-overstijgende woorden in Open geheimen, grenzen aan de diepste taal van de ziel, de taal van de stilte, en raken de non-dualistische kern van de kabbala, de joodse mystiek.’

Het boekje bevat diepzinnige brieven van de fictieve, Oost-Europese chassidische rebbe Yerachmiel Ben Yisrael aan Aaron Heschel, de overgrootvader van de auteur. Alle grote levensvragen – over de dood, de ziel, goed en kwaad, de zin van het leven – komen aan bod in een taal die het specifiek joodse idioom grotendeels vermijdt. Het woord God staat centraal, maar wordt zo gebruikt dat het voorbijgaat aan alle kinderdenkbeelden die de mens kunnen knechten of valse hoop geven. Hier gaat het direct over de ultieme scheppingskracht die alles bewerkstelligt en in alles doorwerkt en die we (dus) ook in onszelf door kunnen laten werken door leeg te worden van het zelf.

De heldere, religie-overstijgende woorden in Open geheimen, grenzen aan de diepste taal van de ziel, de taal van de stilte, en raken de non-dualistische kern van de kabbala, de joodse mystiek.

Rami Shapiro

Maar wie is die Rami M. Shapiro (1951), die zogenaamde vertaler en redacteur? Hij bleek de schrijver van deze fictieve brieven, een rabbijn, prijswinnend dichter en bestsellerauteur. Hij groeide op in Massachusetts (VS), in een modern, orthodox joods gezin. Op de middelbare school bestudeerde hij de wereldreligies en op zijn zestiende werd hij een serieuze zenbeoefenaar. Vervolgens studeerde hij filosofie aan de University of Massachusetts, waar hij tevens privéles kreeg in de Bhagavad Gita. Tijdens een uitwisselingsjaar ging hij naar Tel Aviv, hier verdiepte hij zich verder in de joodse filosofie en met name in het werk van Martin Buber. Terug in de VS studeerde hij Buddhist Studies aan Smith College en in 1973 rondde hij zijn studie filosofie aan University of Massachusetts af. Later, op Hebrew Union College, combineerde hij zijn liefde voor het jodendom met zijn passie voor zen, taoïsme en advaita vedanta.

‘Creëer een jodendom voor iedereen, niet alleen voor joden.’

Het boekje Open Secrets vindt zijn oorsprong in een inspiratieloze, Rami M. Shapiroeenzame periode in het leven van rabbi Shapiro. Hij bezocht zijn geestelijk leraar rebbe Zalman Schachter Shalomi en vroeg hem om raad. Shapiro kreeg een onverwacht antwoord: ‘Je werk voor joodse mensen is klaar. Je hebt hen gezegd wat je te zeggen hebt. Je voelt je nu zo levenloos, omdat je jezelf herhaalt. Je moet verder(…) Ik stel voor dat je de joodse leer aanbiedt aan mensen die ervan willen leren zoals ze ook van het boeddhisme of soefisme willen leren. Creëer een jodendom voor iedereen, niet alleen voor joden.’ Wat mij betreft is dat met dit grens- en religie overschrijdende boekje gelukt. Op zijn website schrijft hij:

Ik beschouw de verschillende religies als talen: geen enkele taal is goed of slecht. Alle talen zijn door mensen gemaakt. Ze weerspiegelen en vormen de beschaving die de taal spreekt. Sommige dingen kun je in de ene taal wel zeggen, en in de andere niet of minder goed. Hoe meer talen je leert, hoe genuanceerder je gedachten over het leven worden. Het jodendom is mijn moedertaal, maar als het over geestelijke zaken gaat, probeer ik meertalig te zijn. Maar de diepste taal van de ziel blijft uiteindelijk toch de stilte.

Hieronder volgt de tweede brief uit het boekje:

Mijn beste Aaron Hershel,

Je vraagt me over God. Of ik het Naamloze wil definiëren, of ik het ultieme geheim in de palm van je hand wil leggen. Denk niet dat dit ergens ver van je vandaan verborgen ligt. Het ultieme geheim is zo open als maar kan. Hier komt het: God is Alles.

Ik ben geneigd hier te stoppen, deze brief nu af te sluiten, mijn naam eronder te zetten en het bij deze eenvoudige waarheid te laten. Maar ik ben bang dat je het niet zult begrijpen. Je dient wel te beseffen dat alles wat nog komt slechts een verdere uitwerking is van het simpele feit dat God Alles is.

Wat wil dat zeggen ‘Alles zijn’? God is de Werkelijkheid. God is de Oorsprong en Substantie van alle dingen en Hij is niets. Er is niets – geen enkel ding, gevoel of gedachte, zelfs het idee dat er geen God is – dat niet God is. ‘Alles zijn’ wil namelijk zeggen dat God zelfs zijn eigen ontkenning omarmt.

Luister goed: God is de Oorsprong en Substantie van alles. Er is niets buiten God. Zo staat er geschreven: ‘Ik ben God, er is geen ander [ain od]’ (Jesaja 45:5). Lees hier in plaats van ‘geen ander’ liever ‘niets anders’ – lees niet: er is geen andere god naast God, maar er is niets anders dán God.

Ik zal je een voorbeeld geven. Vannacht heeft het heel hard geregend en de straat was een en al modder. Ik liep vanmorgen naar het beet midrasj (leerhuis) en stopte om naar een groepje kinderen te kijken dat met de modder aan het spelen was.  Ze hadden helemaal geen last van alle nattigheid en maakten tal van modderfiguren: huizen, dieren, torens. Uit hun gesprekken kon ik opmaken dat ze al die verschillende vormen een eigen identiteit en naam gaven, en er een heel verhaal omheen maakten. Voor zolang het duurde leidden die modderfiguren een onafhankelijk bestaan. Maar het bleef natuurlijk alleen maar modder. Van oorsprong waren ze modder en hun substantie was modder. Vanuit de kinderen gezien hadden de modderfiguren allemaal een afzonderlijk zelf. Vanuit de modder gezien was duidelijk dat die onafhankelijke zelfstandigheid een illusie is, alle figuren bestonden gewoon uit modder.

Met ons en God is het precies hetzelfde: ‘Adonai is God in de hemel boven en op de aarde beneden, er is geen ander’ (Deuteronomium 4:39). ‘Er is geen ander’ wil zeggen dat er in de hemel en op aarde niets anders is dan God.

Is dat mogelijk? Als ik naar de wereld kijk, zie ik God nergens. Ik zie verschillende soorten bomen, allerlei verschillende typen mensen, huizen, velden, meren, koeien, paarden, kippen, enzovoorts, enzovoorts. In die zin ben ik net als die spelende kinderen, ik zie echte figuren en niet gewoon modder.

Waar bevindt God zich dan in dit alles? De vraag zelf is misleidend. God bevindt zich niet ‘in’ dit alles. God ís dit alles.

Denk goed na over wat ik heb gezegd. Het is de sleutel tot alle geheimen van het leven.

B’sjalom

Open geheimen is een juweel voor in de binnenzak. Sla het boek op een willekeurige pagina open, lees en laat je verrassen door de liefdevolle wijsheid die de dag weer goed maakt. Mensen die zich door het boeddhisme, taoïsme, de vedanta en christelijke mystiek aangesproken voelen, zullen dit boekje zeker ook kunnen waarderen.

Geïnteresseerd?

Bekijk ook deze boeken